Voor een goede vertering zijn spijsverteringssappen nodig. Het doel van deze sappen is om het eten af te breken tot kleine stukjes, zodat het uiteindelijk opgenomen kan worden vanuit onze darmen in het bloed. Dan pas kan de voeding naar onze cellen vervoerd worden waardoor we het kunnen gebruiken. Feitelijk is onze vertering een soort biochemische fabriek, waarbij het één afhankelijk is van het ander. Eén van de eerste verteringssappen in dit proces is maagzuur. In deze blog meer  daarover:  wat is het, wat doet het en wat als je maagzuurklachten hebt?

Maagzuur is, zoals het woord al zegt, een zuur goedje en dat is nodig om eiwitten ‘voor’ te verteren.  Eiwitten zijn complexe stoffen en de afbraak gaat in verschillende stappen. In de maag vindt de eerste stap plaats en verdere afbraak vindt plaats in de darm met behulp van de enzymen uit de alvleesklier. Bij de afbraak is een zure omgeving belangrijk. Een maat om de zuurgraad aan te geven is de pH. De maag heeft, als het goed is, een zuurgraad van rond de 2. Dat is nodig om er voor te zorgen dat enzymen (Pepsine) die ook in de maag zitten hun werk goed kunnen doen. In de darm zitten heel veel bacteriën. Zowel aardige als minder aardige. Als de vertering van de eiwitten niet goed gaat, ben je de vooral de minder aardige bacteriën eten aan het geven en die maken allerlei ongewenste stoffen (toxinen) aan die het lichaam belasten. Belangrijk om dus voldoende maagzuur aan te kunnen maken. Gelukkig kun je daar zelf veel invloed op uitoefenen. Om voldoende maagzuur aan te kunnen maken is het belangrijk dat:

  • je je relaxt voelt voor de maaltijd,
  • de tijd neemt om te eten en
  • goed kauwt (tot het vloeibaar is).

Dat  lijken eenvoudige aandachtspunten, maar dat is het niet voor veel mensen. Als je niet aan deze randvoorwaarden voldoet bestaat de kans dat er onvoldoende maagzuurproductie is en de eiwitvertering dus niet optimaal kan verlopen. Hoe gaat dat bij jou? Voor een keertje is dat niet zo erg als het niet lukt, maar als dat vaak gebeurt dan is het gevolg dat er te veel eiwit-rottende processen in de darm zijn die een belasting vormen voor de darmwand en de lever. De lever is het orgaan dat de afvalstoffen weer op moet ruimen. De lever heeft hiervoor tal van stoffen nodig waaronder bepaalde vitaminen en mineralen. Als de voorziening wat krap wordt, kan de lever ‘boos’ worden op de maag. Het gevolg is dat de onderlinge communicatie tussen de verschillende organen van slag raakt en er soms ook te veel maagzuur aangemaakt wordt. Dat kan klachten geven zoals maagpijn, zure oprispingen, brandend maagzuur, maar ook een afwijkend ontlastingspatroon, opgeblazen gevoel etc. Bij dit soort klachten krijgt de maag dan vaak de schuld, terwijl het de vraag is of daar de oorzaak ligt. Natuurlijk kan de oorzaak ook wel in de maag liggen. Zo kunnen specifieke bacteriën (Heliobacter Pylori) er voor zorgen dat er extra maagzuur geproduceerd wordt en er klachten ontstaan.

Ook de factor stress kan een grote rol spelen. De standaard behandeling bij te veel maagzuur is het voorschrijven van maagzuurremmers. Dat lijkt een goede oplossing, maar dat is het niet op de lange termijn. De maag wordt immers nog minder zuur, waardoor de eiwitvertering nog meer onder druk komt te staan. Ook het enzym pepsine kan minder goed zijn werk doen als de zuurgraad stijgt. Meer dan 2 miljoen mensen gebruiken inmiddels maagzuurremmers. Soms zijn maagzuurremmers ook nodig als er bepaalde medicijnen zijn voorgeschreven. Gebruik je maagzuurremmers en twijfel je of je ze echt (nog) nodig hebt, bespreek het dan met de huisarts. Wist je dat er een online traject is waarin je in 8 weken de maagzuurremmers leert afbouwen? Meer informatie vind je op Afbouw Maagzuurremmers (happylivingacademy.com). Als je aanvullend verzekerd bent, wordt het vergoed door de zorgverzekeraar.  Liever persoonlijke begeleiding? Een orthomoleculair diëtist helpt je graag op weg om je vertering te verbeteren en jij een goede balans vindt in je maagzuurproductie, of je  nu te veel of te weinig aanmaakt.